Paardenbakken
Ook in de gemeente Olst-Wijhe hebben steeds meer mensen als hobby een eigen paard. Dit is overdag te zien maar ook in de avonduren. Dan zijn de verlichte paardenbakken goed zichtbaar in het open landschap. Het aantal uren dat het licht brandt, is bij een particuliere paardenbak vaak niet groot. Bij een manege kan dit oplopen tot hele avonden.
Eigenaren van paardenbakken kunnen hun steentje bijdragen door direct na het paardrijden de lampen uit te schakelen. Ook kunnen ze kiezen voor lampen die:
- goed gericht zijn op de bak, zodat deze zo min mogelijk licht ernaast uitstralen
- het juiste vermogen hebben, dus niet meer licht geven dan nodig
Foto: voorbeeld van een verlichte paardenbak in de regio
Gemeentelijk Beleid
Het bestemmingsplan buitengebied van Olst-Wijhe (2012) geeft aan dat paardenbakken de ruimtelijke kwaliteit van een gebied aantasten door onder meer lichtmasten. Bestemmingsplannen in het buitengebied benoemen onder andere:
- Het maximale aantal, omvang en de locatie van paardenbakken.
- De maximale hoogte van lichtmasten (6 meter).
- Lichtvervuiling als gevolg van verlichting bij paardenbakken dient tot een minimum te worden beperkt.
- Paardenbakken moeten landschappelijk ′adequaat′ ingepast worden.
- In gebieden bestemd voor ′Agrarisch - met Natuur en Landschapswaarden′ mogen de bestaande landschappelijke en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.
De maximale masthoogte heeft voordelen voor het landschap vanuit het perspectief bij daglicht. Deze beperking van de masthoogte kan er echter toe leiden dat de armaturen schuin worden geplaatst om toch voldoende oppervlakte van de paardenbak te kunnen verlichten. Dit kan leiden tot extra lichthinder en landschapsvervuiling en dus juist tot een minder ′adequate landschappelijke inpassing′ in de avonduren tijdens het gebruik van de verlichting.
Foto: voorbeelden van verlichte paardenbakken in de regio