Woonwijken
In woonwijken wordt het nachtelijk beeld vooral bepaald door openbare verlichting van de gemeente. Er is vaak weinig andere verlichting behalve een enkele buitenlamp of tuinverlichting van bewoners. De gemeente vraagt bewoners om bewust met hun eigen verlichting om te gaan (Woningen en Tuinen).
Gemeentelijk beleid Openbare Verlichting
De gemeente kiest in principe voor bescheiden verlichting qua verlichtingssterkte. Dit past bij de beleidskeuze om Bewust te Verlichten.
Zij houdt rekening met de rustige, landelijke omgeving, de verkeersintensiteit, het gevoel van sociale veiligheid, en de wens om energieverbruik en lichtvervuiling te verminderen. Zie ook het visie/beleidshoofdstuk Openbare Verlichting op Maat voor meer informatie over waar en hoeveel verlichting de gemeente plaatst in relatie tot de landelijke adviesrichtlijn ROVL-2011.
De gemeente plaatst niet in iedere woonwijk dezelfde verlichting maar kiest per situatie passende verlichting gebruikmakend van de nieuwe technieken van dat moment. De kosten over de totale levensduur spelen hier natuurlijk een rol bij.
1. Verlichtingssterkte
In principe kiest de gemeente bij het verlichten van woonwijken voor een verlichtingssterkte van ofwel 70% ofwel 100% van de landelijke adviesrichtlijn ROVL-2011, afhankelijk van de situatie. Als lichtkleur kiest de gemeente voor warmwit. Als lichtkleur kiest de gemeente voor warmwit.
Foto: De Kupe in Wijhe is een voorbeeld van oudere verlichting. De hoeveelheid licht op het wegdek (verlichtingssterkte en de gelijkmatigheid) is lager dan de landelijke adviesrichtlijn aangeeft. De gevels van de huizen worden mee verlicht door de rondstralende armaturen.
2. Gelijkmatigheid
De gemeente streeft naar gelijkmatige verlichting volgens de landelijke adviesrichtlijn. Dit is alleen mogelijk als het gebied met verlichting nieuw wordt aangelegd of als de bestaande lantaarnpalen dichter bij elkaar worden geplaatst. In sommige gebieden is gelijkmatige verlichting niet nodig en worden de komende jaren alleen de armaturen vervangen op de bestaande lantaarnpalen.
Foto: De Thorbeckestraat in Olst (Staatsliedenbuurt) is verlicht met warmwitte lampen. De gelijkmatigheid is volgens de adviesrichtlijn terwijl de verlichtingssterkte iets lager is conform het nieuwe beleid van de gemeente.
3. LED of niet?
LED verlichting is door nieuwe (technologische) ontwikkeling landelijk steeds meer in opkomst. In de periode 2010-2015 heeft de gemeente in diverse woonwijken LED verlichting toegepast. De factsheet LED beschrijft de voor- en nadelen van LED verlichting onder andere op het gebied van energieverbruik, lichthinder en kosten. De gemeente beoordeelt bij grootschalige vervanging en bij nieuwe inrichting van een gebied welke nieuwe technieken er in de markt zijn, hoe betrouwbaar ze zijn, hoe geschikt en wat de kosten zijn.
Foto: Rond de Korenstraat in Olst zijn de straten in 2013 met LED verlicht. De adviesrichtlijn is aangehouden voor zowel de verlichtingssterkte als de gelijkmatigheid. Gevels worden minimaal mee verlicht.
4. Rondstraler of vlak armatuur
In woongebieden wordt al tientallen jaren gekozen voor rondstralende armaturen omdat zij een mooi sfeerbeeld geven en licht in alle hoeken stralen. Bijkomend nadeel is dat deze armaturen lichthinder kunnen geven in woon/slaapkamers en dat ze van grote aftstand zichtbaar zijn. De gemeente maakt daarom per locatie een afweging. Wanneer verlichting vanaf het open landschap zichtbaar is, worden er geen rondstralers toegepast. De trend is om armaturen te kiezen die het licht goed richten. De vormgeving verandert naar steeds plattere armaturen met alleen de noodzakelijke zijwaartse uitstraling.
Foto: Een modern soort rondstraler staat in de Geere in Wijhe. Deze platte schijf met witte LED puntjes aan de onderzijde straalt het licht wel rondom de lantaarnpaal maar niet in de slaapkamers zoals kegelvormige rondstralers zoals op de foto van De Kupe. In de smallere straten en langs het fietspad staat hetzelfde armatuur maar met minder LED puntjes dan langs de bredere woonstraat op de foto.
Politiekeurmerk Veilig Wonen
Het meest bekend is het Politiekeurmerk Veilig Wonen op woningniveau. Een individuele eigenaar van een bestaande woning kan zijn eigen huis zo goed mogelijk beveiligen tegen woninginbraak met behulp van sloten, buitenverlichting en dergelijke. De verzekeraar biedt vaak een korting op de premie als een woning beveiligd is op het niveau van het Politiekeurmerk.
Er bestaat echter ook een keurmerk voor de gehele Woonomgeving, dus de woning inclusief de rijbaan, stoep, parkeerplaats en achterpad. De gemeente heeft rond 1995 woongebieden verlicht conform het Politiekeurmerk Veilige Omgeving in Olst (Zonnekamp) en in Wijhe (Krijtenberg en Noorder Koeslag).
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen geeft aan hoeveel licht moet worden geplaatst om een certificaat Veilige Omgeving te verkrijgen. Dit houdt in het kort in dat:
- de landelijke adviesrichtlijnen moeten worden aangehouden qua verlichtingssterkte en gelijkmatigheid
- dit hoeft alleen in de openbare ruimte, dus voortuinen en voorgevels hoeven niet te worden verlicht
- als er geen openbare verlichting valt op de voordeur, dan plaatst de projectontwikkelaar een individuele buitenlamp bij de voordeur
- dimmen van openbare verlichting mag alleen in overleg met de Commissie Compenserende Maatregelen en alleen tussen 0.00 en 6.00 uur
- grotere parkeerplaatsen (meer dan 20 plekken) mogen niet worden gedimd
- sociaal onveilige voet- en fietspaden mogen niet worden verlicht om schijnveiligheid te voorkomen
- achterpaden moeten worden verlicht zonder gebruik te maken van een detectiesysteem
Het beleid voor bewuste openbare verlichting komt op veel punten overeen met het Politiekeurmerk. Echter op het eerste en het laatste punt lopen de meningen uiteen:
- De gemeente vindt vanuit haar verlichtingsbeleid de verlichtingssterkte uit de adviesrichtlijn ROVL niet in alle woonwijken passend in Olst-Wijhe. Qua gelijkmatigheid komt het beleid van Bewust Verlichten wel overeen met het PKVW. De meeste bewoners zijn gewend aan de huidige mate van verlichting. Bij een renovatie zal de kwaliteit van het licht en het zicht al sterk verbeteren doordat er nieuwe verlichtingstechnieken toegepast worden en het licht en zicht al sterk verbeterd bij renovatie.
- De gemeente wil bij voorkeur achterpaden niet verlichten wegens een gebrek aan sociale controle. Verlichting kan een gevoel van sociale veiligheid geven, terwijl dit feitelijk schijnveiligheid is. Het verlichten van achterpaden kan zorgen voor lichthinder voor omwonenden, lichtvervuiling en extra energieverbruik.
Foto: Tussen de huizen in de Kupe en Nijlandstraat in Wijhe wordt dit voetpad verlicht met rondstralers. Iemand die precies in het licht staat, kun je zien staan. Om het hoekje is echter geen zicht en geen sociale controle.
Afspraken tussen gemeente, woningcorporatie en projectontwikkelaar
De gemeente heeft afspraken gemaakt met woningcorporaties en bouwende partijen over veiligheid in uitbreidings- en inbreidingsplannen. Het Politiekeurmerk is hier leidend in. Deze gesprekken zullen worden voortgezet met extra aandacht voor het beleid van Bewust Verlichten van de gemeente. Ook de huidige en verwachte criminaliteit wordt hierin meegenomen per locatie.
Voorbeeld van een gespreksonderwerp is het verlichten van de achterpaden. Het beste zou zijn deze bij het ontwerp van de woonwijk te voorkomen, zoals het Handboek Politiekeurmerk zelf ook aangeeft. Als er toch een achterpad wordt aangelegd, beschouwt de woningcorporatie verlichting vaak als vanzelfsprekend of als service. Bekeken zal worden of dit overal nodig en gewenst is door de bewoners zelf.